Hoofdvormen
Er zijn veel verschillende vormen van psychotherapie. Hieronder wordt een viertal hoofdvormen beschreven.
Cliëntgerichte psychotherapie
In cliëntgerichte psychotherapie staan de ervaring en de persoonlijke ontwikkeling van de cliënt centraal. Uitgangspunt van de therapie is dat de cliënt leert ervaren wat zijn eigen, unieke gedachten en gevoelens zijn, zodat hij of zij meer in contact komt met zichzelf. Als iemand zijn gevoelens kan ervaren en accepteren, is hij beter in staat om met moeilijke situaties in het leven om te gaan. Daardoor nemen psychische klachten af en ontstaat ruimte voor persoonlijke ontwikkeling.
Psychoanalytische psychotherapie
Psychoanalytische psychotherapie gaat ervan uit dat wij gevormd worden door belangrijke ervaringen met andere mensen, die diepe indruk op ons hebben gemaakt. We zijn vaak boos, bang of onzeker zonder precies te weten waar dergelijke gevoelens vandaan komen. Het doel van de psychotherapie is het bewust maken van gevoelens en gedachten. Daardoor krijgen we inzicht in de oorsprong van problemen en kunnen we nare ervaringen gaan verwerken waardoor er ruimte komt voor nieuwe, positieve ervaringen.
Gedragstherapie
In gedragstherapie staat het gedrag van de cliënt centraal. Iedereen doet, denkt en handelt op een bepaalde manier. In de loop van ons leven hebben we veel gedrag aangeleerd. De gedragstherapie gaat ervan uit dat het ook mogelijk is om gedrag weer af te leren, meestal door het gedrag te vervangen door nieuw gedrag dat beter aansluit op de situatie. In de therapie wordt gewerkt aan concrete problemen of klachten. Hierbij wordt vaak gebruik gemaakt van oefeningen en opdrachten.
Systeemtherapie
De term systeem duidt op de sociale systemen of netwerken waar iedereen deel van uitmaakt: het gezin, de partnerrelatie, werk en vriendenkring. Kenmerkend voor deze vormen van therapie is dat partners of gezinsleden samen in psychotherapie zijn. In de therapie staat de wisselwerking tussen partners of gezinsleden centraal. Het doel is veranderingen aan te brengen in de onderlinge interacties zodanig dat de leden van het systeem minder klachten en problemen ervaren.